Het is moeilijk om het verhaal over mijzelf te schrijven en heb mijn gidsen gevraagd om mij hierin te helpen. Heel veel momenten over mijn leven zijn weg, omdat ze opgelost zijn en er niets meer over te leren valt. De nacht voor dit schrijven gaven mijn gidsen de fragmenten waarover geschreven zou gaan worden al aan mij door.
Nu, achter de laptop, komen de woorden langzaam tot mij door en groeit het vertrouwen dat het juiste op papier mag komen te staan.
Mijn wens is dan ook dat u zich sommige levenslessen herkent en dat er ook voor u een oplossing mag komen en rust mag geven.
Liefs, Jolanda
Mijn naam is Jolanda en ben het middelste kind in het gezin waarin ik ben opgegroeid.
Mijn broer is twee jaar ouder en mijn zusje kwam bijna vier jaar na mij. Wij woonden in een schoolmeesters woning naast de basisschool in ons dorp en de eerst zes jaren was het een leuke tijd.
We hadden een groot huis met een grote tuin.
Mijn vader had voor ons in de tuin een klimrek van palen gemaakt, met daaraan een schommel van een oude trekker band. Een oud spiraal van een tweepersoons bed werd over de sloot heen gelegd en zo hadden wij als kind al een trampoline, maar ook een zelfgemaakt zwembad van landbouwplastic en een eigen huisje met zandbak vormden mijn veilige wereld.
Mijn opa en oma van mijn vaders kant woonden in hetzelfde dorp net als een aantal nichtjes en neefjes van mij.
Zo zag ik als kind nergens kwaad in, durfde veel en was nergens bang voor. Vaak waren wij ( mijn broer en ik) bij opa en oma te vinden. Mijn opa en oma hadden een grote boerderij, waar mijn opa na zijn pensioen vier zomerverblijven in had gemaakt.
De vakantiegangers kwamen van uit het hele land naar het mooie Drenthe toe om vakantie te vieren.
Mijn oma, een gezellige en lieve vrouw, organiseerde van alles om het verblijf in Drenthe zo leuk en aangenaam mogelijk te maken. Wij als kinderen (mijn boer en ik en neefjes en nichtjes) waren daar in de zomer dan kind aan huis. Zo organiseerde ze onder andere filmavonden.
Mijn opa en oma hadden een video 8 camera en wanneer ze naar Oostenrijk of Zwitserland op vakantie gingen, werd alles vast gelegd op film.
Tijdens de filmavonden werden deze films van de vakantie getoond aan zowel de vakantiegangers als aan de familieleden.
In een veel te kleine woonkamer werden dan de stoelen aangesleept. De volwassenen zaten of stonden en de kinderen zaten vooraan op de grond.
De gordijnen werden gesloten en dan begon de film.
Aangezien er toen nog geen geluid bij zat, vertelde mijn oma honderduit over de mooie reis die ze hadden gemaakt.
Als kind keek ik vol verwondering naar deze mooie beelden.
Ook organiseerde mijn oma wandeltochten door het bos.
Zo liet ze de vennetjes, de Drentse hei en de zandvlaktes zien.
Ze vertelde dan verhalen over hoe het leven vroeger was en dat zij als jong meisje alles nog lopend moest doen.
Mijn oma was een echte verhalenvertelster en wij als kinderen, groot en klein waren altijd gefascineerd door haar manier van vertellen. Ook werd er op de brink voor de boerderij regelmatig een stoelendans georganiseerd.
De stoelen werden in een grote kring geplaatst waar wij en de vakantiegangers omheen moesten lopen, terwijl er op de accordeon werd gespeeld door een oude buurman.
De zomers waren voor mij als kind één groot feest.
Ik was echt een buitenkind die vaak met andere kinderen in het bos te vinden was om hutten te bouwen.
Vaak kropen we over het land van mijn opa tussen de schapen door, om vervolgens over het hek heen te klauteren en dan stiekem naar de film van Pipi Langkous te kijken die werd gedraaid in de nabij gelegen autobioscoop.
Erg makkelijk hebben mijn ouders het niet met ons gehad, want we waren niet vies van kattenkwaad.
In de eerste klas van de lagere school werd het mij voor het eerst duidelijk dat we in een hele rare wereld leefden met tegenstellingen.
Mijn onbezorgde leventje was opeens veranderd en ik maakte voor het eerst kennis met het ‘niet goed genoeg zijn’.
De eerste woordjes werden geleerd en het viel mij al vrij snel op dat de andere kinderen minder moeite hadden met het schrijven en rekenen.
Bij hen ging alles zo makkelijk en bij mij was het kommer en kwel. Ik begreep niets van de letters en ook de cijfers waren voor mij vreemde figuurtjes waar ik helemaal niets mee kon.
Zo ontstond hierdoor al snel een achterstand met leren, doordat taal en rekenen ontzettend moeilijk voor mij waren.
Het vrolijke en blije kind in mij verdween langzaam en maakte plaats voor een meisje dat zich steeds meer terugtrok in haar eigen wereld van fantasie.
Ook ontdekte ik, dat er een duidelijk onderscheid tussen rang en stand bij ons in het dorp werd gemaakt.
Zo had je het oude Drouwen met de boerderijen en zijn arbeidershuisjes, en aan de andere kant van het dorp het nieuwe Drouwen. Mijn vriendinnetjes van school woonden allemaal aan de andere kant van het dorp en voor mijn zesde jaar had ik daar nog nooit iets mee te maken gehad.
Wanneer ik met een vriendinnetje mee naar huis ging, werd er door de ouders eerst gevraagd van wie ik er één was en werd ik na mijn antwoord bevreemd aangekeken.
Ik heb me als kind daar altijd erg ongemakkelijk bij gevoeld.
Zo nu en dan kwam het voor, dat ik niet met een vriendinnetje mocht spelen, omdat ik uit een arbeidersgezin kwam, maar ook omdat mijn moeder uit Amsterdam kwam en ik net als mijn moeder Hollands sprak.
Ik ging met de hakken over de sloot naar klas drie.
De juffrouw werd verruild voor een meester en samen met mijn neefje, die twee dagen jonger was, en nog een klasgenootje werden we in één groepje bij elkaar gezet.
Drie kinderen die achter waren met leren.
De weektaken werden niet behaald, waardoor we elke vrijdagmiddag na moesten blijven. Doordat rekenen en taal mij heel veel moeite kostte, werd er al snel gezegd dat ik dom was.
In Februari 1979, in de vooravond van een grote sneeuwstorm, zat ik achter op de fiets bij mijn broer. We kwamen net terug van de ijsbaan en we reden richting huis. Het ijzelde en opeens gleed mijn broer met zijn schoen van zijn trapper en gingen we onderuit. Op datzelfde moment kwam er een auto aangereden, die door de gladheid geen grip meer had op de weg.
De auto gleed langzaam over de straat onze richting op.
Mijn broer kwam tegen de auto aan en ik vloog er overheen en belandde in een diepe sloot.
Nadat ik weer bij was gekomen, kroop ik uit de sloot, maar had helemaal niets! Mijn broer daarentegen, had een grote diepe wond aan zijn hoofd, waar hij later 26 hechtingen in heeft gekregen. Gelukkig is alles goed afgelopen, maar vaak denk ik terug aan die tijd en vraag mezelf af, hoelang ben ik buiten bewustzijn geweest? Waarom had ik geen schram of blauwe plek? Ik zat als kind er altijd vol mee.
Nog altijd heb ik daar geen antwoord op gekregen.
Ik was lid van een club en zat op gymnastiek en elk jaar was er een uitvoering. In de wintermaanden was ik veel op het ijs te vinden en wandelde altijd graag met onze hond.
Vaak bracht ik een bezoekje bij mijn opa en oma.
Even bij de schapen, ganzen, kippen en zwijnen kijken.
Het paard een aai over zijn hoofd geven en dan thee drinken samen met mijn oma.
Ik werd stiller. Het ongeluk en het moeilijk mee kunnen komen op school, begon een steeds groter probleem te worden en zo raakte ik steeds verder achter met leren.
Er werd zelfs aan gedacht om me het jaar over te laten doen.
Mijn vader heeft toen elke avond met mij aan de keukentafel gezeten en mij geholpen met mijn rekenen. Vele boekjes werden ingehaald en ook de cijfers gingen langzaam wat meer omhoog.
Ik ging over. Klas 5 en opnieuw een andere meester.
De hoofdmeester.
Mijn broer die inmiddels net van school was, had met deze wat ongeduldige man al heel wat aanvaringen gehad.
Eén keer per week moesten we in een groepje samen lezen. Uitgerekend de moeder van het vriendinnetje waar ik niet mee mocht spelen, was de leesmoeder van mijn groepje.
Inmiddels lukte het om in mezelf lezen best goed, maar hardop lezen was een ramp. Het lukte gewoon niet en begon daardoor te stotteren. Vervolgens kreeg ik black-outs om tenslotte in huilen uit te barsten.
Aangezien mijn moeder uit Amsterdam kwam en er thuis Hollands gesproken werd, vond de leraar het erg grappig om mij hardop in het Drents voor te laten lezen. Ik heb het die man altijd kwalijk genomen.
Omdat mijn prestaties met taal nog steeds slecht waren, kreeg ik een boek cadeau voor mijn verjaardag.
“Heidi’ stond er op de kaft. Ik heb het boek opengeslagen en dat was ook meteen het startsein van lezen, lezen en nog meer lezen.
Mijn favoriete boeken waren ‘Heidi’, ‘Robinson Crusoë’, en ‘Alleen op de wereld’. Als ik het boek uit had, begon ik gelijk weer overnieuw. Ook mijn interesse naar de Tweede Wereldoorlog werd met dag groter. In de bibliobus, die wekelijks in het dorp kwam, waren veel boeken hierover te vinden en ik verslond ze.
Het was heerlijk om op de grond met mijn rug tegen de verwarming aan te gaan zitten en mij onder te dompelen in een spannend boek.
In veel van deze boeken herkende ik mijzelf.
Het alleen zijn, anders zijn, mensen die op je neer kijken, dat herkende ik allemaal.
Het enige vervelende was, er stond niet in hoe je hiermee om moest gaan. Er was een drang in mijzelf ontstaan om zoveel mogelijk informatie binnen te krijgen over de oorlog.
Waar die drang vandaan kwam wist ik toen niet.
Ik was steeds meer op mijzelf aangewezen en had geen goede aansluiting met mijn broer en zusje. Hierdoor ging ik mezelf steeds meer terugtrekken en las ik het ene boek na de andere.
Ik zat inmiddels in klas zes en er moest nagedacht worden over een andere school. Taal en rekenen waren nog steeds niet mijn sterkste vakken, en mijn ouders besloten tegen het advies van de hoofdmeester in, dat de huishoudschool het beste voor mij zou zijn. Dit was het begin van mijn vroegste middeleeuwen.
Eigenlijk was ik wel erg nieuwsgierig naar de middelbare school, maar als snel zag ik dat dit niet de juiste plek voor mij was.
Een klas vol met meisjes die giechelden als je langs liep.
Zo’n meisje was ik niet en voelde me alleen en kende niemand!
Ik was me er van bewust dat het heel erg moeilijk voor me zou gaan worden als ik geen aansluiting zou krijgen.
Daarom sloot ik me aan bij een aantal meisjes, die net als ik, buiten de boot vielen.
Niet dat we vriendinnen werden, maar dan was je op school in ieder geval niet helemaal alleen.
Helaas woonden deze meisjes heel ergens anders en na schooltijd fietste ik toch alleen naar huis.
Dat was voor een grote groep meisjes van school, die een dorp verder dan mij woonden, de kans om mij te pesten.
Uiteindelijk heb ik een sluiproute gevonden om mij zo snel mogelijk na schooltijd naar huis te kunnen bewegen.
Het pesten op school bleef doorgaan, het hield niet op.
Mijn moeder heeft dat destijds een aantal keren aangekaart op school, maar deze meisjes waren immuun voor een harde preek van de decaan.
Ook thuis werd het steeds moelijker.
De goede band die ik als kind met mijn broer had, was nu totaal veranderd. Het leek wel of we vreemden voor elkaar waren.
Ik had een heel andere gedachtegang dan hij.
Ook mijn zusje was als een vreemde voor mij en ik kon niets met haar. Het leek wel alsof we ieder uit een andere wereld kwamen. Dat wilde ik juist niet!
Wat ik wel wilde, was weer een leuk contact met hem en lol hebben. Ik verlangde naar het ongerepte van vroeger, maar vroeger was dood!
Door alle pogingen die ik waagde om toch een leuk contact met hen beiden te krijgen, bracht ik mezelf alleen maar in de problemen. Ze hadden samen een soort pact en daar hoorde ik niet bij!
De meisjes op school waren te kinderachtig en hysterisch voor mij. Ze waren met heel andere dingen bezig dan ik.
Thuis verdiepte ik me nog meer in de boeken en verschool me op mijn kamer.
Rond mijn 13de jaar heeft er zich iets vervelend voorgedaan.
Onze buurman, die niet vies was van enige alcoholische drankjes, kwam bij ons aan de deur en heeft mij geprobeerd aan te randen. Met veel armgezwaai en trappen en slaan heb ik mezelf los weten te krijgen en de deur voor zijn neus dicht geslagen.
Ik was zo overstuur dat het dagen heeft geduurd voordat ik het mijn ouders durfde te vertellen. Ik begon aan mezelf te twijfelen. Heb ik het misschien verkeerd gezien? Is het wel echt gebeurd?
Ik was in shock.
Uiteindelijk belde hij mij op toen hij wist dat ik alleen thuis was. Mijn twijfels verdwenen en heb het bij thuiskomst van mijn ouders alles opgebiecht.
Deze man stond erom bekend dat hij graag aan de vrouwen zat. In deze situatie was het opmerkelijke dat veel mensen in het dorp wisten wat er met mij gebeurd was.
Alleen schrok het de vrouwen niet af.
Ze bleven hem geweldig vinden.
Opnieuw voelde ik me niet begrepen.
Door dit voorval en de pesterijen op school zakte ik nog meer terug in mijn eigen isolement.
Mijn gewicht nam toe en men wees mij erop dat mijn rondingen wel erg rond waren.
Er werd gezegd dat ik maar eens wat minder moest gaan eten, maar had geen idee hoe je een dieet moest volgen.
Op school kregen we ook het vak gezondheidszorg en daarin zat een les over anorexia en boulimia.
Vreselijke ziektes, maar hierin zag ik voor mijzelf wel een oplossing.
In die tijd was ik heel erg bezig met het ergens bij moeten horen en verlaagde mezelf hierdoor om maar leuk, lief en aardig gevonden te worden.
Ze zouden me misschien wel leuker gaan vinden als ik af zou vallen, kwam in mijn gedachten op.
Zo gebeurde het dat ik na het eten vrij snel naar het toilet liep om mijn vinger in de keel te stoppen, zodat het eten er weer uit gespuugd kon worden.
Het ging eigenlijk heel erg makkelijk.
In een paar weken tijd was ik op een mooi gewicht waar ik complimentjes over kreeg.
Natuurlijk wist ik dat het geen goede manier was, maar had geen idee hoe het anders moest doen.
Het werd alsmaar erger. Er ontwikkeld zich een stemmetje in je hoofd die bij iedere hap riep: “Dat mag niet, dat is ongezond, spuug het uit!” Datzelfde stemmetje zei tegelijkertijd: “Eet maar zoveel je wilt!” Zo kreeg deze stem mij langzaam in zijn greep. Stoppen was geen optie meer voor mij. En ik hoopte dat als ik ouder zou zijn, het over zou wezen.
Ondertussen werd het pesten alsmaar erger.
De meisjes uit de groep werden steeds feller.
Er werd bijvoorbeeld onophoudelijk geduwd om mij uit te dagen.
Hierdoor durfde ik niet meer naar school en heb ik me regelmatig geprobeerd te laten vallen wanneer ik van huis wegreed met de fiets. Daarmee hoopte ik iets te breken, waardoor ik dan niet naar school hoefde.
Ook mijzelf pijnigen was iets wat ik steeds meer deed.
Ik kon de pijn, de eenzaamheid, en het er niet bij horen, niet verdragen. Als ik maar een andere pijn voelde, zou dat altijd beter zijn dan de pijn waarin ik nu leefde.
Menige manieren om mezelf te pijnigen werden uitgevoerd.
Van het de strijkbout op mijn handen laten vallen, tot het prikken met naalden en het mezelf bekrassen, behoorden tot de methoden om mezelf te pijnigen.
Nu was ik me er wel van bewust dat het niet de oplossing van mijn probleem zou zijn, maar in je radeloosheid doe je gekke dingen.
Het pesten op school liep op een gegeven moment dusdanig uit de hand, dat ik me niet meer kon bedwingen en heb toen één van de aanvoersters van de groep een klap in het gezicht gegeven.
Dit bleek achteraf een goede zet te zijn geweest, want vanaf dat moment werd het rustiger en stopte het uiteindelijk.
Ook kreeg ik nu vriendinnen, maar nooit langer dan een jaar. Dan was de vriendschap voorbij en kwam er een nieuwe vriendin op mijn pad. Het was niet omdat we dan ruzie kregen. Nee, het was gewoon klaar. Net alsof je even van elkaar moet leren en dan daarna ieder zijn eigen pad weer vervolgt.
Mijn taal en rekenen was en bleef een probleem, maar met de andere vakken op school haalde ik hoge cijfers waardoor ik toch met een mooi gemiddelde eindigde.
Mijn vroege middeleeuwen waren voorbij. De zon kwam langzaam tussen de wolken door tevoorschijn en ik kreeg weer een lach op mijn gezicht. Er moest een beroepskeuze gemaakt gaan worden. Wat wilde ik gaan doen?
Kapster was mijn antwoord, maar voor deze opleiding moest je zelf een stageplaats zoeken, wat erg moeilijk werd, omdat er in die tijd weinig werk te vinden was.
Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om kok te worden, net als mijn broer. Het werd de LTS, maar moest twee middelbare school jaren opnieuw doen. Mijn neef, die twee dagen jonger dan ik was, deed deze opleiding ook en we zaten bij elkaar in de klas.
In tegenstelling tot de huishoudschool zat ik nu, samen met drie andere meisjes, in een klas van wel dertig jongens.
In de begintijd was ik angstig en wist ik niet goed wat me te wachten stond. Mijn broer had op deze school zijn opleiding afgerond, maar kwam er nog steeds, omdat de kooklessen van zijn vervolgopleiding op het KMBO in het LTS-gebouw gegeven werden. Het was al snel bekend dat ik zijn zusje was en werd hierdoor op handen gedragen.
Hier vonden ze mij niet raar en zo volgden er twee geweldige jaren.
De boulimia ging langzaam over in anorexia.
Ik wilde dun zijn en legde mijn lat steeds een beetje hoger.
Totdat mijn gewicht onder de 50 kilo kwam en ik het besef kreeg dat het nu te ver ging.
Ik leefde alleen nog maar op een halve boterham en een appel.
En spuugde het, wanneer ik voor mijn gevoel iets te veel at, gewoon weer uit. Het kostte me grote moeite om meer te gaan eten, maar het kon niet anders. Ik wilde niet dat de mensen om mijn heen erachter kwamen. Ik schaamde me hiervoor.
Na de LTS ben ik in een slagerij in Assen gaan werken en ging één keer in de week naar de slagersvakschool.
Van de twee jaar die de opleiding duurde, ben ik misschien een half jaar naar school geweest, maar behaalde toch mijn diploma. Ondanks de grote moeite die taal en rekenen me kostte, ben ik nooit voor een examen gezakt.
Inmiddels was de tijd om uit te gaan met vriendinnen aangebroken, maar met deze vriendinnen duurde de vriendschap meestal ook niet langer dan een jaar.
Vaak denk ik terug aan de zin; ‘Je leven is net een trein, er stappen mensen in en er stappen mensen uit’.
Zo was het ook bij mij. Ook wanneer ik verkering kreeg, was deze snel weer uit. Er was nooit iets blijvends.
Het maakte mij ook vaak moedeloos.
De zoektocht naar stabiliteit in mijn leven en het ergens bij willen horen, bleef doorgaan.
Doordat ik inmiddels het slagersvakdiploma had behaald, werd ik te duur en volgde er ontslag bij de slager waar ik toen werkzaam was. De mensen om mij heen zeiden vaak: “Jolanda heeft altijd wel wat en kan ook nooit iets afmaken.”
Thuis ging iedereen zijn eigen weg.
Mijn broer ging in militaire dienst en ik was veel aan het werk in een ambachtelijke slagerij.
Op 21-jarige leeftijd leerde ik mijn toenmalige man kennen.
Het voelde anders dan de andere verkeringen en al snel gingen we samenwonen. Na ruim anderhalf jaar voelde ik dat het van mijn kant over was, maar wilde niet dat het over was, omdat ik vastigheid wilde. Zo wilde ik ook voorkomen, dat anderen weer konden zeggen: “Jolanda weer. Ze heeft altijd wat.”
Daarom heb ik me tegen het gevoel verzet en ben doorgegaan.
Hij was een lieve man en was gek op mij.
We hadden het goed.
Hij had erg veel humor en we konden samen heerlijk lachen. Uiteindelijk heeft hij mij ten huwelijk gevraagd en ik heb ja gezegd. Het was een huwelijksdag met alles erop en eraan.
Hij wilde dit graag, maar voor mij was een ritje op de fiets stadshuis ook goed geweest.
Zijn motto was: “Ik trouw maar één keer en dan wil ik het goed doen ook!”
Het was een prachtige dag en het feest was grandioos.
Zijn vrienden hadden vriendinnen en dat werden ook mijn vriendinnen. Zij kregen één voor één een kindje en ik wilde ook zo graag een kindje, maar het lukte niet.
Na vier jaar lang ziekenhuis in en uit en vele onderzoeken, waar ook nog een kleine ingreep op volgde, was ik eindelijk zwanger. Een meisje werd geboren van net vijf pond en ze was prachtig. Een jaar later beviel ik van een zoon die gelijk met complicaties naar een andere afdeling werd gebracht en waar ze hebben moeten vechten voor zijn leven. Gelukkig mocht ik hem na tien dagen mee naar huis nemen.
Vlak voordat we trouwden, had mijn man een nieuwe baan gekregen. Deze baan hield in dat hij van maandag tot vrijdag van huis weg was voor zijn werk.
Hier had ik heel veel moeite mee en het alleen zijn brak me vaak op. Mijn eetverslaving stak de kop weer op en ik werd alsmaar zwaarder. Tijdens de zwangerschappen heb ik mij hiermee nooit ingelaten en de gezondheid van mijn kind op de eerste plaats gezet.
Om twee kleine kinderen alleen op te voeden was een zware klus. Ik werd depressief en wist het met hulp van mijn ouders het allemaal te redden.
Doordat ik steeds meer naar anderen mensen ging luisteren, viel mijn eigen wil in het niet.
Om maar goed voor de dag te kunnen komen, deed ik wat anderen zeiden. Ik wilde niet alleen zijn en ook geen conflicten, maar wilde zo graag aardig gevonden worden.
Dit was zo moeilijk.
Je kunt geen vele meesters tegelijk dienen.
Hierdoor raakte ik steeds meer met mijzelf in conflict.
Er ontstond vaker ruzie met mensen, wanneer door mij niet gedaan werd wat ze zeiden. Ook wanneer ik voor mezelf opkwam, moest ik mijn excuses aanbieden.
Uiteindelijk waren de anderen hierin altijd sterker dan ik, doordat ik een vrouw was die niet wist wat ze wilde.
Een vrouw die geen eigen mening had en anderen voor zich liet beslissen om maar niet in conflict te komen.
Zo sudderde mijn leven door, totdat ik in mijn midden middeleeuwen terecht kwam.
We gingen verhuizen naar het dorp waar mijn man vroeger gewoond had. Een nog kleiner dorpje dan waar ik geboren ben. Mijn man was daar lid van een tafeltennisvereniging en kende iedereen. Ik ben geen verenigingstype en voelde mij daar gelijk niet thuis. Maar ook dit moest slagen van mezelf en wilde dat mensen mij aardig vonden, maar kwam er niet echt tussen.
Ik denk dat het ook voor een groot gedeelte aan mezelf gelegen heeft. Ik was zwaar depressief en kon het leven nog moeilijk aan. Het alleen zijn brak me op.
Mijn boulimia was op zijn hoogtepunt aangekomen en elke dag, nadat ik de kinderen naar school had gebracht, ging ik naar de supermarkt om eten in te slaan.
Elke dag een andere winkel, want stel je voor dat ze over mij zouden gaan praten. Door de dag heen, at ik me vele keren helemaal vol, om het tenslotte weer er uit te spugen.
Gek werd ik van mijzelf! Ik had geen enkele controle meer over mijn eigen geest. De boulimia had me volledig in zijn greep.
Ik kon werkelijk geen kant meer op!
Dag in dag uit was ik aan het eten en spugen, behalve als mijn man thuis was, dan was het weg.
Maar zodra hij weg was dan kwam de duivel uit zijn hok en begon de ellende opnieuw.
Vaak heb ik mijzelf met de auto tegen een boom aan willen rijden, maar de gedachten aan mijn twee kinderen hebben dit nog steeds tegen weten te houden.
Zodra er iemand langs kwam of wanneer ik de kinderen op ging halen van school, trok ik mijn masker op en was ik de perfecte moeder. Niemand zag dat er zich diep van binnen zoiets naars ontwikkelde bij mij.
Enige tijd later kwam ik in contact met de schoondochter van een juf op school en het klikte meteen.
Zij kwam uit een zwaar christelijke omgeving en wist alles over het geloof. Het geloof interesseerde mij en prikkelde mijn nieuwsgierigheid.
Toch was de angst er weer wat anderen ervan zouden vinden, wanneer ik een bijbel zou kopen.
Ze heeft mij overgehaald om er één te kopen “Het Boek”, makkelijk te lezen en in Jip en Janneke stijl.
Zodra de kinderen naar school waren en mijn man weer voor vijf dagen weg ging, haalde ik stiekem de bijbel tevoorschijn en begon te lezen. Het Nieuwe Testament trok mij heel erg aan en al lezende vielen er steeds meer puzzelstukjes op zijn plek.
Als kind genoot ik altijd al, wanneer er Bijbelse verhalen werden voorgelezen en moest zelfs huilen om de kleine Jezus die alleen in die koude schuur tussen de dieren lag.
Na een aantal maanden had ik pas de moed om het mijn man te vertellen. Zijn reactie was laconiek en zei schouderophalend dat het heel normaal was.
Zelf kwam hij uit een katholiek gezin, dus voor hem was hier niets vreemds aan.
Waar had ik mij dan zo druk om gemaakt?
Was ik nu zo bang voor anderen?
Ja, dat was nog altijd zo. Zo ontzettend bang dat men over mij zouden oordelen en mij slecht zouden vinden of misschien zelfs wel gek!
De depressies bleven komen en werden steeds sterker.
Totdat de huisarts me naar een therapie stuurde om te leren ontspannen. Daar kreeg ik een cd die ik moest beluisteren om de ontspanningsoefening te kunnen doen, en ik werd er rustig van. Deze oefening deed ik iedere dag en merkte dat de rust die in mezelf kwam, heerlijk was om in te verblijven.
Helaas was daar aan het einde van de oefening toch dat stemmetje in mijn hoofd weer.
Het stemmetje dat me langzaam gek aan het maken was.
Toen mijn oma overleed ben ik na de begrafenis op mijn bed gaan liggen en heb mijn oefening gedaan.
Tijdens de oefening kwam ik in een ruimte waar geen gedachten zijn en opeens was ze daar, mijn oma.
Er opende zich een groot licht boven haar en ik zag haar langzaam naar het licht toe glijden.
Ze keek me nog één keer aan voordat ze verdween.
We verhuisden terug naar het dorp waar we hiervoor woonden en ik had gehoopt dat hier voor mij de rust terug zou keren, maar het werd alleen nog maar moeilijker.
Ik kon niemand meer tevreden houden.
Elke keer moest ik een andere rol aannemen en een andere masker opzetten en wist allang niet meer wie ik echt was. Hierdoor sloeg de verwarring toe bij mij.
Ik bleef maar vechten voor mijn eigen stem, maar ik was aan het verliezen. Het lukte me niet om iedereen tevreden te houden en tegelijkertijd voor mezelf te kiezen.
Inmiddels was de interesse in het spirituele opgewekt, of beter gezegd, weer hernieuwd.
Als kind keek ik vaak naar de maan, en vroeg mijzelf af hoe groot het universum was.
Waar woonde God en waren er echt buitenaardse wezens?
We hadden thuis een boek over de aarde en ik keek als jong meisje vaak naar de foto’s die vanaf de maan gemaakt waren.
Ook ‘Char het medium’, was een programma waar ik naar keek, of waterflessen voor de radio zetten, omdat Yomanda ze in ging stralen. Ik geloofde daarin, maar de mensen om mij heen deden daar erg lacherig over, waardoor ik het niet meer durfde.
En nu, zoveel jaren later, dacht ik daaraan terug.
Uiteindelijk ben ik naar een boekenzaak gegaan en heb daar een spiritueel boek gekocht. Dit boek heb ik in één adem uitgelezen en een nieuwe wereld ging voor mij open.
Maar deze nieuwe wereld veranderde niets aan mijn innerlijke pijn. De depressies kwamen nu op een hoogtepunt en ik kon niet meer met mezelf omgaan.
Het sterke gevoel om een einde aan mijn leven te maken, drong zich steeds meer naar de voorgrond en nu nog sterker dan daarvoor.
De gedachte aan mijn kinderen kon mij hiervan niet meer redden.
De laatste twee weken voor mijn 36ste verjaardag waren een ware hel. Ik vierde mijn verjaardag niet.
Ik kon het niet en was verslagen en moe.
Het leven en de wereld waarin leefde konden mij niets meer schelen. Iedereen deed maar wat hij of zij wilde, maar ik doe niet meer mee!
Ze konden roepen je moet dit of dat doen, het kwam niet meer binnen. Ik gaf me over aan het leven en ik kon niet dieper vallen dan waar ik nu was.
Dit was het dieptepunt en ook het eindpunt van mijn leven.
Op mijn verjaardag ben ik op mijn knieën gaan zitten en heb naar boven gekeken. Ik heb gehuild en om hulp gesmeekt.
Ik heb het licht uitgedaagd om mij te redden van deze donkere wereld waarin ik nu leefde en ze een week de tijd gegeven om iets te veranderen waardoor ik het licht kon zien.
Was de week om, dan was er nog maar één uitweg en dat was dat het leven voor mij hier zou eindigen.
De volgende dag was er nog niets veranderd.
In een roes belde ik de moeder van een vriendje van school.
Het enige wat ik uit kon brengen was: “Ik kan niet meer!”
Ze vroeg of ik naar haar toe kon komen en dat heb ik gedaan.
Terneergeslagen kwam ik bij haar binnen en nadat ze mij een kop hete thee had gegeven vroeg ze: “Maar wat is er dan?”
In een beknopte versie heb ik haar mijn verhaal verteld, waarop ze aan me vroeg: “Wat zou je zelf graag willen?”
Zelf graag willen? Daar was ik helemaal niet mee bezig, met wat ik wilde…. Voor mij gold voornamelijk het bezig met wat anderen wilden… en moest daar even over nadenken.
“Wat vind je leuk om te doen?” vroeg ze en ik dacht na over wat ik allemaal leuk vond, maar kon eigenlijk niets bedenken.
Mijn leven was volledig ingericht op wat anderen wilden. Uiteindelijk zei ik dat ik een spiritueel boek had gekocht en het erg mooi vond, maar het verstopt had, bang dat anderen er wat over zouden zeggen.
“En als je dat nu niet doet?” vroeg ze weer.
Ik keek haar verschrikt aan. “Ja, dan vinden ze mij raar”, was mijn antwoord.
Ze ging verder met haar vragen: “Maar dat vinden ze je nu toch ook al? Wat zal het voor een verschil maken?
Dat is toch niet jouw probleem?”
“Dat is toch niet jouw probleem?”
“Dat is toch niet jouw probleem?” Deze laatste vraag bleef maar in mijn hoofd nagalmen, elke keer opnieuw.
Opeens zag ik in dat wat ik ook zou doen, het in de ogen van de vele mensen om mij heen het toch nooit goed zou doen.
Dan kan ik er maar beter voor zorgen, dat ik doe wat ik leuk vind. En hebben ze daar een probleem mee, dan is dat hun probleem niet de mijne.
Opeens had ik door hoe mijn leven ingevuld mocht worden en opeens was daar het licht, waar ik zo naar op zoek was geweest en niet bij anderen kon vinden.
Opeens was daar het licht wat in mijzelf begon te schijnen en ik was aangeraakt.
Vanaf nu zou ik alleen nog maar dingen gaan doen die ik wilde doen!
Er ging een nieuwe wereld voor mij open en toen ik naar huis toe fietste was mijn nieuwe wereld helder.
De zon scheen en in iedere boom die langs de weg stond, zag ik gezichten die mij stralend aankeken. Ik was zo vol geluk, en had de wereld waarin ik leefde nog nooit zo mooi en liefdevol ervaren.
Ik was me er heel sterk van bewust dat ik nu voor het eerst voor mijzelf koos. Wat een ander dan ook over mij dacht, erger dan waar ik in heb gezeten kon niet.
Ik had niets meer te verliezen en keek naar de conflicten die ik nog in mij droeg.
Het stemmetje in mijzelf dat mij elke nacht wakker hield, omdat het elke nacht de conflicten weer opnieuw wilde herbeleven, heb ik geëlimineerd.
Elke keer als het naar voren kwam en mij in zijn macht wilde houden zei ik: “Stop!”
Het was dan even weg om dan via de achterdeur weer naar binnen te kruipen. Maar ik was hem te slim af, niemand zou mijn leven meer beïnvloeden!
Ook mijn ego met een enorm groot pijnlichaam niet.
En zo kreeg ik langzaam mijn verdiende nachtrust weer terug.
De depressies waren er nog steeds, maar ik accepteerde ze.
Dan deed ik de gordijnen dicht, zette de tv aan en accepteerde mijn sombere bui. Al snel was het verdwenen.
Het had geen vat meer op mij, want dat stemmetje van de nacht, was dezelfde als die van overdag.
Ook mijn boulimia heb ik aangekeken.
Zodra ik de drang kreeg om te gaan eten, pakte ik bewust een zak met chips en begon bewust te eten.
Normaal zat ik in een soort van trance, maar nu at ik stukje voor stukje bewust op. Na nog geen halve zak had ik genoeg en was de drang weg. Zo heb ik langzaam mijn boulimia omgeruild voor bewust snacken.
Er kwam langzaam rust in mijn leven.
De mensen die nog in mijn leven waren, wilde ik niet lastig vallen met waar ik mee bezig was. Dit was nog zo pril en zo mooi tegelijk en ik leerde zoveel van en over mezelf.
Ook mocht ik gaan inzien dat ik sommige mensen wel heel erg pijn had gedaan. Naar deze mensen ben ik toe gegaan en heb mijn excuses gemaakt.
Het proces van opschonen was begonnen.
Alles wat uit balans was, moest uit mijn lichaam en opgelost worden. Geen dubbele agenda’s, geen verhalen mooier maken om mijzelf er beter uit te laten komen, geen leugentje om bestwil meer, nee alles heb ik opgebiecht aan de mensen om mij heen en het luchtte op!
De depressies waren weg, de eetbuien waren verdwenen en ik voelde dat ik leefde.
Ik leefde in mijn eigen wereld, een mooie wereld, waar de mensen om mij heen toch niets van begrepen en dat maakte mij ook niet meer uit.
Samen met de vrouw die mij die dag had geholpen, ging ik de bijbel bestuderen. Dit gaf mij de trigger, om meer over de wereld en zijn godsdiensten te onderzoeken.
Uiteindelijk kwam ik er achter dat ze allemaal hetzelfde verhaal proberen te vertellen. Ook ik heb me even bezig gehouden met complottheorieën en ging hier zover in, dat ik tot twee keer toe een waarschuwing kreeg van de FBI. Dat was voor mij het teken om het te laten rusten.
Het was ook niet meer zo van belang, maar mijn zoektocht ging verder. Televisie keek ik niet meer. Het maakte mij onrustig en ik zag het nut er niet meer van in om naar ‘Goede tijden slechte tijden’ te kijken. Allemaal kostbare tijd die niet meer terugkwam.
In een map schreef ik zo nu en dan wat inzichten op die ik over mezelf kreeg.
Totdat ik op een avond aan de keukentafel zat te schrijven en er iets raars gebeurde.
Het leek net alsof er iemand aan mijn pen trok.
Ik moest er zelfs mijn best voor doen om mijn geschrevene goed tussen de lijntjes te zetten.
Het werd steeds sterker en opeens schoot de pen over het papier heen.
Met grote letters schreef het: “Ik ben Jezus” en tekende er een hand en een kruis bij.
Ik was verbijsterd. Wat gebeurde er?
Meteen begon de pen te schrijven en schreef grote lange zinnen. Ik kreeg de ene openbaring na de andere te lezen en antwoorden op vragen die mij bezig hadden gehouden.
Het was zo liefdevol.
Tot laat in de nacht is het schrijven doorgegaan en kon ik door de adrenaline er niet van in slaap komen.
Er was iets veranderd en ik bemerkte dat er niet alleen via de pen informatie aan mij werd verteld, maar ook in mijn hoofd.
Mijn kruinchakra tot aan mijn zonnevlecht stond open en ik kreeg zoveel informatie door.
Dag en nacht bleef het maar binnen stromen en het was voor mij een openbaring. Zo kreeg ik de grootste geheimen van de wereld te weten en ik schreef ze allemaal op.
Ik was me niet meer bewust van tijd en ruimte en leefde in twee werelden tegelijk.
Ik heb een boek geschreven dat ooit als mijn laatste boek uitgeven zal gaan worden.
Ik zag aan de ogen van mensen, hoever ze waren in hun eigen zielenreis. Zo zag ik oudere zielen zo lief en zacht en jongere zielen, nog zo materialistisch en mechanisch.
Naar de supermarkt kon ik niet meer gaan, omdat ik de pijn en het verdriet van de mensen om mij heen niet aankon.
Ik vluchtte letterlijk.
Het tekort aan slaap brak me op.
Ik zat vol met informatie, waarvan ik wist dat men mij zou opsluiten, als ik daar mee naar buiten zou komen.
En ik smeekte dat het zou stoppen.
Gelukkig stopte het en op een langzame en gezonde manier bleef ik dingen doorkrijgen.
Voor wat mezelf betreft, was ik er nog lang niet.
Mijn innerlijke gids die vanaf die bewuste avond naar voren was gekomen, heeft mij geholpen met alle inzichten en levenslessen. Mijn eigen leraar was ikzelf.
Ook kreeg ik nu verhalen door en ik vond ze prachtig.
Vaak verwonderde ik me erover waar die verhalen vandaan kwamen. Meestal voelde ik voorafgaand aan het schrijven een bepaalde drang bij mezelf naar boven komen, waardoor ik wist dat het tijd was voor een verhaal.
Het lukte me inmiddels heel goed om mijn gedachten uit te zetten en zette dan de pen op het papier.
Ik kon wachten totdat mijn hand vanzelf ging bewegen, maar mijn innerlijke gids was sneller, waardoor de woorden mijn gedachten binnenstroomden.
Ik hoefde alleen maar te luisteren en zo schreven we samen een prachtig verhaal.
Vaak was dit ’s ochtends in alle vroegte, wanneer de vogels hun eerste liederen zongen. De stilte in het huis en de liefdevolle sfeer die om mij heen hing heb ik altijd magisch gevonden.
Ik zag in dat de mensen om mij heen zo anders waren dan ik nu was, en vroeg aan mijn innerlijke gids hoe dat nu kwam.
Hij vertelde mij dat iedere ziel die hier op aarde leeft, zijn eigen bewustzijns- en levenslessen heeft.
Het bewustzijn hangt af van het feit of het een jonge ziel, een volwassen ziel, of een oude ziel betreft.
Je bent dan even tegelijkertijd in dezelfde bewustzijnsstaat en trekt samen op. Je leert van elkaar en zit met elkaar op hetzelfde niveau en dan merk je dat het niet meer past.
Er komen verschillen of zelfs conflicten.
De één blijft stilstaan en de ander gaat verder, omdat deze net iets meer reïncarnaties en levenslessen geleerd heeft.
Toen vielen de puzzelstukjes voor mij op zijn plek.
Daarom waren mijn vriendschappen nooit langer dan ruim een jaar. Ik probeerde mij alsmaar te schikken in een bewustzijnsstaat die niet meer bij mij paste.
In dezelfde periode begon ik mijn huwelijk te onderzoeken.
We hadden nog steeds een goede verstandhouding en ik kon nog steeds om zijn humor lachen, maar we leefden ieder een volledig ander leven.
Als gezin deden we al jaren niets meer samen.
De vraag die door mijn hoofd heen speelde was: “Wil ik op deze manier verder met mijn leven, of gooi ik het roer om en ga ik voor mezelf kiezen met een leven dat ik graag wil.”
Ik koos voor het laatste.
De kinderen hadden veel minder last van de scheiding dan ik vaak om me heen hoorde. Mijn ex-man was veel weg en bijna nooit thuis. Ze waren het gewend, dus voor hen veranderde er niet veel.
Op een gegeven moment ben ik naar een man gegaan die mij een healing in Shamballa kon geven. Hij vertelde mij, dat tijdens de healing de ene na de andere opgestegen meester naast het bed waarop ik lag kwam staan. Ik kende die opgestegen meesters niet, sterker nog, ik had nog nooit van ze gehoord.
Maar de energie die ik om me heen voelde was enorm en zo liefdevol! Ik was klaar voor de volgende fase in mijn leven en was klaar voor een nieuwe wereld.
Dat die nieuwe wereld zich heel snel aandiende, wist ik op dat moment nog niet.
Inmiddels woonde ik al ruim een half jaar als alleenstaande moeder samen met mijn kinderen.
Een wereld van vrijheid en van nieuwe mensen ontmoeten had plaats genomen. Het was heerlijk!
Iedere dag schreef ik en het ene verhaal na het andere dat aan mij werd doorgegeven.
Op een ochtend dacht ik terug aan de stap die ik had gezet om voor mezelf te kiezen en kreeg nu langzaam het besef dat ik bezig was om dat te vergeten.
Ik was te veel bezig met uitgaan en andere mensen te ontmoeten, terwijl ik zelf het gevoel kreeg dat het wel over zijn hoogste piek heen was. Ik ging me weer concentreren op mijzelf.
Zo heb ik alle onechte vrienden adieu gezegd en kwam daardoor weer in de juiste energie terecht.
Een nieuwe relatie hoefde ik niet.
Het leven was goed zo en ik vervolgde mijn ontdekkingsreis.
Maar toch kwam er een nieuwe man in mijn leven.
Vanaf het eerste moment wisten we dat we bij elkaar horen.
We waren elkaars tegenpolen, maar toch was daar een aantrekkingskracht die niet van deze wereld was.
Als we bij elkaar waren leefden we in een compleet andere wereld.
We waren uit tijd en ruimte en er gebeurden onnatuurlijke dingen. Zo werd opeens de woonkamer helemaal rood of groen en kwam er een liefdevolle energie naar voren toe.
Ook zagen we Engelen en prachtige bloemen.
Deze liefdevolle energie was continu om ons heen.
Dit moest wel het hoogst haalbare zijn wat wij hier op aarde kunnen behalen in liefde.
Het was een stukje Hemel op aarde waar wij ons op dat moment in begaven, maar er was werk aan de winkel.
We hebben toen even mogen proeven aan hoe het eens voor ons zou kunnen zijn, maar nu moest er gewerkt worden.
Elke keer als Ronald naar Drenthe kwam, moesten we eerst een karma-les uitwerken met elkaar.
Dit was heel zwaar, omdat je elkaar zo lief hebt en de ander geen pijn wilt doen.
Vaak heb ik gebeden of de Engelen ons wilden helpen en ons inzichten wilden geven.
Nog nooit hebben ze ons laten zitten, of ons aan ons lot overgelaten. We hebben altijd hulp mogen ontvangen.
Als de les voorbij was hadden we een heerlijk weekend en konden we genieten, totdat de volgende karma-les zich aankondigde.
Op een gegeven moment was het proces afgerond en was de tijd rijp dat Ronald voorgoed bij mij introk.
Hij begon zijn eigen bedrijf en was werkzaam als paragnost, helderziende en bewustzijnscoach.
Ikzelf was druk met schrijven.
Veel verhalen die ik door kreeg gingen over de lessen die ik al doorleefd had, maar zo nu en dan lieten ze mij de Hemel zien en schreef ik over Zomerland en kreeg ik verhalen door over mensen die over waren gegaan.
Niet wetende dat dit een voorbereiding was op wat er stond te gebeuren. Mijn zelfvertrouwen had een behoorlijke deuk gekregen door mijn dyslectie, maar won langzaam terrein terug.
Het idee ontstond om een eigen website te maken.
Ik betitelde de verhalen die ik schreef als Levensboomverhalen.
Zo nu en dan durfde ik een verhaal op Facebook te plaatsen, waarop ik altijd lieve reacties kreeg.
Mensen haalden kracht en rust uit de verhalen, omdat ze zichzelf vaak in het doorgegeven verhaal herkenden.
Regelmatig las ik tussen de reacties van mensen, dat het verhaal net voor hen op het juiste moment kwam.
En zo besloot ik om Levensboomverhalen voor anderen te gaan schrijven.
Het was eng in het begin, maar het had een doel nietwaar?
Zo mocht ik voor veel lieve mensen een verhaal schrijven dat ik van hun gidsen en mijn eigen gidsen doorgegeven kreeg.
Vaak werden ze in het verhaal weer kind en kregen ze een tipje van de sluier opgelicht van de Hemelse sferen.
Ze maakten een reis met een belangrijke les die er in verscholen zit. Het was leuk en de mensen waren blij met hun eigen verhaal.
De praktijk van Ronald liep erg goed en mensen van over heel Nederland en België kwamen naar Drenthe toe voor een consult of sessie. Inmiddels was al gebleken dat ons huisje gewoon niet geschikt was om en in te wonen en tegelijkertijd mensen te ontvangen. De zoektocht naar een groter huis begon.
Aangezien we beiden erg gevoelig zijn, bleek niet elk huis geschikt voor ons. Zo bezochten we op een dag, een mooi groot oud pand in ‘jaren dertig stijl’. De ideale locatie zou je zeggen, maar in dit pand had een tandarts gewoond met een eigen praktijk.
Je voelde de angst en wanhoop als je de wachtkamer of werkruimte inliep.
Het was moeilijk een geschikte ruimte te vinden om in te kunnen wonen en te werken. Het huis waar wij naar op zoek waren moest gewoon kloppen. Soms moet je even geduld hebben en dat was op dat moment niet onze sterkste kant, maar we hebben het maar gelaten en wisten dat het vanzelf onze kant uit zou komen.
We hadden het uitgezonden.
Tweede paasdag. Mijn schoonvader was jarig.
Hij woonde in Limburg en we hadden hem gebeld om hem te feliciteren met zijn verjaardag.
Zoals altijd zottigheid aan de telefoon.
Maar er hing een energie die Ronald niet kon plaatsen.
Het gevoel werd gedurende de dag veel sterker en Ronald zei: “Er staats iets te gebeuren wat opeens ons hele leven op zijn kop zal gaan zetten, alleen kan ik er niet bij wat het zal zijn.
Ronald werd met de minuut onrustiger en besloot om een collega paragnost te bellen.
Op het moment dat ze het duidelijk kregen ging de andere telefoon. Het was voor mij en ik nam de telefoon over.
Als verstijfd zat ik aan de keukentafel en luisterde naar een vrouw die het bericht bracht dat de vader van mijn kinderen was overleden. Onze wereld stond opeens in één klap stil.
Hoe moest ik dit de kinderen gaan vertellen?
Inderdaad, onze wereld was in één klap veranderd.
Hij was nog zo jong en de schok was enorm.
We waren als gezin ineen rollercoaster terecht gekomen van verdriet, onmacht, pijn, woede, notarissen en advocaten.
Van beide kinderen kreeg ik de volmacht, om voor hen de zaken te gaan regelen. Zo moest het huis van hun vader leeggeruimd en verkocht worden, de financiën moesten worden afgehandeld en tegelijkertijd er voor mijn kinderen zijn.
Het was moeilijk, heel erg moeilijk en nu ik dit opschrijf weet ik nog niet waar ik de kracht vandaan heb gehaald.
Na negen maanden was alles afgerond.
Eindelijk rust, even bijkomen en dat gebeurde op Lancerote, maar bij terugkomst bleek de vader van Ronald ziek te zijn.
Eerst leek het nog iets onschuldigs en verdere onderzoeken moesten gedaan worden.
Uiteindelijk kwam de uitslag en het bleek fout te zijn!
Precies een jaar na het overlijden van de vader van mijn kinderen overleed de vader van Ronald op eerste paasdag.
We leefden in een roes.
Het ging allemaal zo snel, maar er moest gewerkt worden.
We konden niet van de lucht leven.
Zes weken na de crematie, konden we in Kerkrade de as van zijn vader ophalen.
Een aantal dagen daarvoor had Ronald foto’s doorgestuurd gekregen, van een klant die wist dat wij op zoek waren naar een grotere woning.
Ronald heeft de foto’s niet echt bekeken, omdat hij nog zo met zijn vader bezig was.
Nadat we in Limburg waren en bij het crematorium waren aangekomen, vroeg de vrouw van mijn schoonvader: “Zullen we nog even een ijsje gaan eten in Epen? Dat deed hij zo graag.”
Wij stemden hiermee in en zo reden we richting Epen.
Ronald zat achterin met de urn waarin de as van zijn vader zat op schoot en ik zat voorin naast de vrouw van mijn schoonvader. “Kijk”, zei ze, “hoe mooi het hier is.”
Ik keek en ik zag de mooie groene heuvels.
De vogels die overvlogen en de stralende zon die op de vele kleuren groen scheen.
Het was een plaatje en nadat we bij de ijssalon waren aangekomen keek ik mijn ogen uit en begon spontaan te huilen. Ronald keek me aan en zei: “Schat, zou je hier willen wonen?”
Ik knikte van ja.
Nadat we het ijsje op hadden zei Ronald opeens: “Hé wacht eens. Ik heb foto’s doorgestuurd gekregen van een klant en volgens mij moet dat hier ergens in de buurt zijn.
Hij zocht het adres op en de vrouw van mijn schoonvader tikte het in op de navigatie.
Ze begon al vast te rijden en ondertussen kon haar mobiel contact maken met de satelliet.
Op het moment dat de navigatie het adres gevonden had, zei de stem van de navigatie: “Bestemming bereikt!”
Daar stond ze dan te stralen boven op de heuvel.
Twee grote kastanjebomen vooraan op de oprit.
Het was prachtig!
Het heeft vier maanden geduurd voordat wij met een grote vrachtwagen en drie auto’s volgeladen vanuit Drenthe vertrokken.
Het is een heerlijk huis en we genoten elke dag.
Alles wat we graag wilden hebben aan huis en tuin was hier aanwezig. Zo konden we meteen gaan oogsten. Appels, peren en walnoten.
In het voorjaar kwamen er planten en bloemen uit, waarvan we niet durfden te dromen. Kruiden, bessen en frambozen, het stond er allemaal. Hazelnoten, rozen de meest prachtige planten kwamen er tot bloei.
Langzaam kwam de rust terug en kon ik het schrijven voor de lieve mensen weer op gaan pakken.
Binnen een week had ik mijn bedrijfje opgezet en ben ik aan de slag gegaan. Het ene verhaal na de andere kwam door mij heen en het was heerlijk!
Zoveel blije mensen en zoveel mooie boodschappen.
Omdat de verhalen die ik doorkrijg voor de mensen vaak over hun eigen ‘kind zijn’ gaan, kreeg ik door om ze ‘innerlijk kind verhalen’ te gaan noemen en het is zo dankbaar werk!
Eerst hebben we een telefoongesprek van ongeveer een uur.
En het is leuk om met iemand te praten die hier voor open staat.
Na het gesprek wacht ik tot het moment zich aandient om te gaan schrijven. Soms krijg ik tijdens of na het gesprek al door naar welke wereld we gaan. Zo ben ik vaak in Zomerland te vinden, een sfeer waar de kindertjes naartoe gaan in hun slaap of na dit leven. Of we zijn bij de Elfjes of Feeën en de Engelen.
Vaak zwemmen we mee met de dolfijnen of spelen we in de Hemelse fontein in een Hemelse sfeer en zo nu en dan komt er een dierbare door die nog iets tegen jou wil zeggen.
Ik schrijf de verhalen in een soort van trance en de liefde die ik voel als ik vanuit die mooie sferen schrijf is soms zo overweldigend.
Inmiddels had ik al ruim 250 Levensboomverhalen geschreven over opgestegen meesters, Engelen, Feeën en rouwverwerking en elke dag kwamen er nieuwe verhalen bij.
Al vaak kreeg ik de vraag of ik ook een boek had waar mijn verhalen in stonden. Ik was daar nog helemaal niet klaar voor en was nog veel te onzeker.
Totdat op een dag Ronald zei: “Kies jouw mooiste verhalen uit meisje, dan gaan we dat boek eens werkelijkheid maken.”
En daar was ze dan, mijn eerste boek.
Ze vlogen als broodjes over de toonbank.
Al snel moest ik opnieuw de boeken laten drukken en het werd een succes!
Ondertussen was er iets nieuws mijn leven in gezwommen: ‘De Water-Engelen’. Een nieuw boek dat gaat over Sanne die in de Waterwereld terecht gekomen is, omdat ze zo graag de dolfijnen en de walvissen wil ontmoeten.
Een prachtig boek waarin de energie steeds hoger wordt.
Het boek is inmiddels geschreven en heeft al vele mensen hun hart bereikt.
Op dit moment ben ik met drie boeken tegelijk aan het schrijven.
1: Sanne gaat nog meer Hemelse sferen ontdekken.
In dit boek zal ze de wereld van de Feeën gaan ontdekken en ontmoet ze Elfjes, Kaboutertjes, Eenhoorns, en misschien zelfs wel draken…..
Een boek met magische wonderen en liefdevolle lessen.
2: Manu en de Blauwe wereld. Een nieuw avontuur achter de sluiers van onze tijd.
3: De maskers van God. Als jij een masker krijgt en je mag zelf bedenken hoe jouw wereld er uit zou mogen zien, hoe zou die dan worden?
Een verhaal van meerdere kinderen die een masker krijgen en hun eigen wereld maken.
Nog altijd schrijf ik ook losse verhalen met een boodschap en plaats ze dan op mijn website en op Facebook.
Sommige verhalen worden op zondagavond door iemand op een radiozender voorgelezen.
Van één verhaal heeft een filmproducent een korte film gemaakt en daar ook een prijs mee gewonnen.
Vele verhalen worden voorgelezen aan (demente) bejaarden of geestelijk gehandicapten. “Ze worden daar rustig van”, hoor ik dan vaak.
Gedichten of stukjes uit verhalen over rouw worden gebruikt tijdens een uitvaart, omdat men hier troost en rust uit haalt.
Ik ben zo ontzettend dankbaar!
Dagelijks zit ik mijn werkkamer aan mijn bureau te werken, met rechts van mij het altaar met alle foto’s van dierbaren die er niet meer zijn.
En om mij heen, aan iedere muur kijkt Jezus op mij neer.
Zonder zijn liefde had ik hier niet gezeten.
Dertig jaar heb ik mijzelf weggegeven en gedaan wat anderen van mij vroegen, omdat ik graag ergens bij wilde horen.
Ik wilde niet dom zijn, maar wilde gehoord en gezien worden.
Uiteindelijk snoerde ik mezelf de mond.
Ik wilde dat mensen mij aardig en een leuke lieve meid vonden, maar hoe meer ik mijn best deed, hoeveel meer ik van mijzelf verwijderd raakte.
Het conflict in mezelf projecteerde ik naar buiten toe, waardoor ook daar conflict ontstond.
Iedereen heeft zijn rol heel goed gespeeld, waardoor ik het diepste van het diepste in mijzelf mocht ervaren. Door mijzelf en de ander te vergeven is er een rust en liefde in mijzelf voor terug gekomen en dank ieder die een stukje met mij mee heeft gelopen. Ik ben jullie allen zeer dankbaar.
Dank jullie wel!
Liefs, Jolanda
Reactie schrijven