Het is vrijdagmorgen en een oude vrouw loopt naar de dichtstbijzijnde supermarkt.
Ze krijgt dit weekend haar kleinkinderen op bezoek, en ze wil ze graag een beetje verwennen.
Ze loopt met haar trolley achter zich aan de winkel binnen.
Bij de ingang zet ze de trolley netjes aan de kant en pakt een winkelwagentje.
Uit haar handtas haalt ze een papiertje waar de boodschappen die ze nodig heeft op staan geschreven en een pen, om de boodschappen aan te kruisen op het lijstje, zodra ze deze in het win
Wanneer de eerste zonnestralen langzaam naar binnen schenen, kwamen de Engelen over de stralen heen haar slaapkamer binnen gelopen.
Ze staan naast het bed van een vrouw die nog ligt te slapen.
Naast haar op het bed zit haar Engel die over haar waakt.
Alle Engelen kijken naar de vrouw die langzaam wakker wordt.
Ze wrijft haar ogen uit en kijkt door het raam naar buiten.
‘Moeder, waarom is papa weg?’
Moeder keek haar dochter aan en zei; Ík weet het niet lieverd. Ik weet niet waarom papa weg is gegaan.’
‘Vond hij ons niet meer lief?’ vroeg het meisje weer.
Moeder ging op haar knieën zitten en keek haar dochter recht in haar oogjes aan. ‘Lieverd echt, ik weet niet waarom papa weg is gegaan. Opeens pakte hij zijn spullen en reed met de auto weg.’
‘Hadden jullie ruzie mama, is papa daarom weg gegaan?’
Er was een jonge vrouw die heel verdrietig was.
Ze was niet alleen verdrietig, maar ze was ook heel eenzaam.
En elke keer als zij zich eenzaam voelde en daardoor verdriet had, begon ze te eten. Niet omdat ze het zo lekker vond, nee ze at het omdat het haar enigszins troost gaf. Jaar in, jaar uit, was ze eenzaam en verdrietig.
En wat ze ook maar probeerde, het veranderde niet.
Ze deed echt haar best.
Een vrouw ligt in haar bed.
Ze had nog even gelezen, maar nu had ze het licht uitgedaan en staarde naar het plafond.
Ze dacht aan haar moeder. Haar vader was al lang geleden overgegaan, maar haar moeder was niet in staat om de moeder dochter relatie te herstellen.
Van kleins af aan had haar moeder haar bekritiseerd en nu ze zelf een volwassen vrouw was, kwam ze erachter, dat hetgeen waar haar moeder kritiek op had, ze zelf had gedaan als jong meisje.
Een jonge vrouw keek uit het raam naar buiten.
Ze dacht aan haar moeder, die ze al jaren niet had gezien.
Het deed haar pijn en haar hart was gebroken.
Ze had van alles geprobeerd om met haar moeder in contact te komen, maar haar moeder bleef haatdragend.
De jonge vrouw voor het raam overdacht haar leven, terwijl ze naar de bloeiende bloemen buiten keek.
Tranen gleden langzaam over haar wangen naar beneden.
Ze draaide zich om en ging op de bank liggen.
Wanneer de nacht langzaam invalt en de sterren verschijnen in het nachtelijk uur, kijkt een vrouw naar boven.
De ene ster is helderder dan de ander, maar als ze wat bewuster kijkt, ziet ze opeens duizenden sterren oplichten.
Dit vindt ze altijd een magisch moment.
Het lijkt alsof er een sluier wegvalt en er dan opeens een andere wereld voor haar ogen opdoemt.
Ze kijkt verwonderd de sterrenwereld in en zo nu en dan ziet ze een ster oplichten.
“Hoe laat is het?” vroeg een jongetje aan zijn vader.
Vader keek op zijn horloge en zei dat het bijna twaalf uur was.
De man glimlachte naar zijn zoon.
“Dan is het Nieuwjaar hé?” zei het kleine ventje verheugd.
“Mag ik straks het vuurwerk afsteken? en hij keek zijn vader vragend aan.
“Ach toe pap, mag het?”
Een man kijkt uit het raam en denkt aan zijn overleden vrouw.
De pijn en haar gemis is nog dagelijks voelbaar.
Dan denkt hij aan zijn moedertje, zal ze nog in leven zijn?
Dan denkt hij aan wat hem ruim twintig jaar geleden was overkomen.
Hij was woest geweest. Hoe kan iemand in de familie hem dit aan doen.
Hoe is een mens überhaupt tot zo iets in staat?
De man keek naar de zon die langzaam onderging.
Zijn overleden vrouw staat naast hem en legt haar hoofd op zijn schouder neer.
Het is koud, en de wind blaast om zijn gezicht heen.
Zijn vingers zijn blauw van de kou, en zo nu en dan probeert hij ze warm te blazen.
Gebogen loopt hij wat heen en weer om niet te veel op te vallen.
De avond begint langzaam in te vallen.
Hij kijkt naar de eerste sterren die langzaam tevoorschijn komen en hij zucht.
Waarom moest hij naar het front, waarom moest hij zijn gezin achterlaten, waarom is er nog steeds oorlog?