Een vrouw zit op haar bed, ze is ziek.
Ze weet dat haar laatste weken zijn gekomen en ze maakt zich klaar voor het overgaan naar de Hemelse sferen.
Ze heeft er vrede mee en alles wat ze nog moest regelen is al geregeld.
Ze heeft van iedereen al afscheid genomen en er staat niets meer in de weg om over te gaan, behalve één ding.
‘Lieverd, wil jij je jas al vast pakken?
Het is koud buiten en zo vat je misschien kou.’
Het meisje pakte haar jas van de kapstok
Ze pakte haar nieuwe jas. De jas, die ze gisteren van oma had gekregen.
Ze liep met haar nieuwe jas de keuken in en wilde hem aan trekken.
Moeder die dit zag glimlachte; ‘Wil je vandaag je nieuwe jas al aan naar school?’
Het meisje lachte en knikte met haar hoofdje; ‘Ja graag’, zei ze.
‘Moeder, waarom is papa weg?’
Moeder keek haar dochter aan en zei; Ík weet het niet lieverd. Ik weet niet waarom papa weg is gegaan.’
‘Vond hij ons niet meer lief?’ vroeg het meisje weer.
Moeder ging op haar knieën zitten en keek haar dochter recht in haar oogjes aan. ‘Lieverd echt, ik weet niet waarom papa weg is gegaan. Opeens pakte hij zijn spullen en reed met de auto weg.’
‘Hadden jullie ruzie mama, is papa daarom weg gegaan?’
Na veel denken begint ze te bidden: ‘Lieve Vader, laat me niet alleen.’ Haar handen strak gevouwen, haar ogen stijf dicht gesloten begint ze te bidden.
‘Vader, laat me niet alleen,
laat me niet vallen,
geef mij de kracht om door te gaan.’
Het is koud en een vrouw staat in de hal en trekt haar warme jas aan.
Zet haar muts op en drapeerde haar sjaal om haar hals heen.
Nadat ze haar handschoenen heeft aangedaan, pakt ze de riem van de hond en doet de achterdeur open.
Het is donker en als ze naar buiten stapt is het ijzig stil buiten.
Snel een kleine wandeling met haar hond voordat ze naar bed gaan.
Onder aan de straat laat ze haar hond plassen.
Een vrouw ligt in haar bed.
Ze had nog even gelezen, maar nu had ze het licht uitgedaan en staarde naar het plafond.
Ze dacht aan haar moeder. Haar vader was al lang geleden overgegaan, maar haar moeder was niet in staat om de moeder dochter relatie te herstellen.
Van kleins af aan had haar moeder haar bekritiseerd en nu ze zelf een volwassen vrouw was, kwam ze erachter, dat hetgeen waar haar moeder kritiek op had, ze zelf had gedaan als jong meisje.
Een jonge vrouw keek uit het raam naar buiten.
Ze dacht aan haar moeder, die ze al jaren niet had gezien.
Het deed haar pijn en haar hart was gebroken.
Ze had van alles geprobeerd om met haar moeder in contact te komen, maar haar moeder bleef haatdragend.
De jonge vrouw voor het raam overdacht haar leven, terwijl ze naar de bloeiende bloemen buiten keek.
Tranen gleden langzaam over haar wangen naar beneden.
Ze draaide zich om en ging op de bank liggen.
Een vrouw staat voor haar deur en steekt de sleutel in het slot.
Vermoeid draait ze de sleutel om en doet de deur open.
Ze loopt naar binnen en sluit de deur weer achter zich.
Dan zakt ze door haar knieën en ze laat zich vallen op de plavuizen in de hal.
Met gierende halen huilt ze dikke tranen.
Ze heeft haar hand voor haar mond geslagen om het geluid van het huilen te dempen, want ze schaamt zich voor haar verdriet.
Een kleine jongen zit op de stoep en tekent een poppetje.
Hij laat zijn fantasie de vrije loop en hij tekent er een rokje aan. Hij is zijn moeder aan het tekenen en hij ziet dat ze nog geen lange haren heeft.
Met felle strepen zet hij boos de haren van zijn moeder op het hoofd van het poppetje. Hij kijkt naar het resultaat, maar het is zijn mama niet.
Een oude man keek bedroefd voor zich uit.
De tranen liepen over zijn oude en diep gerimpelde gezicht.
Hij keek naar beneden vanaf zijn balkon en zag de wingerd waar hij met zoveel liefde en toewijding de afgelopen vijfenveertig jaar voor had gezorgd.