Als de zon aan de horizon verschijnt, en de eerste zonnestralen het land beschijnen, zingt een kleine Elf die hoog boven op een berg woont, haar ochtendlied.
De vogels worden wakker en zingen vrolijk met haar mee.
Sanne, een klein meisje die aan de waterkant ligt te slapen word wakker.
Ze glimlacht.
Het is heerlijk om elke morgen wakker gezongen te worden door de kleine Elf.
Wanneer de zon onder gaat en alle kinderen naar bed moeten, mag een klein meisje nog heel even opblijven.
Ze mag vanavond samen met haar vader naar buiten.
Vader had twee ligstoelen buiten neergezet, en twee dekens om warm te blijven.
“Zullen we nu naar buiten gaan?” vroeg hij aan zijn dochter, “trek je jas maar alvast aan.”
Moeder pakte haar warme jas, sjaal, muts en wanten.
Het zou een koude nacht worden.
Opgewonden van blijdschap liep ze achter haar vader aan naar buiten.