Een vrouw ligt in haar bed.
Ze had nog even gelezen, maar nu had ze het licht uitgedaan en staarde naar het plafond.
Ze dacht aan haar moeder. Haar vader was al lang geleden overgegaan, maar haar moeder was niet in staat om de moeder dochter relatie te herstellen.
Van kleins af aan had haar moeder haar bekritiseerd en nu ze zelf een volwassen vrouw was, kwam ze erachter, dat hetgeen waar haar moeder kritiek op had, ze zelf had gedaan als jong meisje.
Wanneer de nacht langzaam invalt en de sterren verschijnen in het nachtelijk uur, kijkt een vrouw naar boven.
De ene ster is helderder dan de ander, maar als ze wat bewuster kijkt, ziet ze opeens duizenden sterren oplichten.
Dit vindt ze altijd een magisch moment.
Het lijkt alsof er een sluier wegvalt en er dan opeens een andere wereld voor haar ogen opdoemt.
Ze kijkt verwonderd de sterrenwereld in en zo nu en dan ziet ze een ster oplichten.
Wat was er nu opeens misgegaan?
Een meisje zat met haar knietjes in het gras.
Haar lange haren hingen rond haar natte gezicht.
Een gezicht vol met tranen.
Het zou een fijne dag worden.
Ze zou gaan spelen met haar broers.
Na en lange tijd hadden ze haar weer gevraagd om mee te doen.
Een vrouw zat voor het raam, ze keek naar buiten.
Haar gedachten gingen terug naar een paar dagen geleden.
Ze dacht dat ze alles wel had meegemaakt en dat ze alles wel had gezien. Ze had veel geleerd en veel afgeleerd de afgelopen jaren.
De jaren waren moeilijk, soms te zwaar, maar ze had ze allemaal doorlopen en er was rust in haarzelf gekomen.