Er zit een jongetje op een stoep, hij is nog maar vijf jaar oud.
Hij verveelt zich. Met een stokje kerft hij op de stoeptegels, maar er komt geen tekening tevoorschijn. Hij is van huis weggestuurd omdat hij niet meer welkom was bij zijn papa en mama.
Hij is verdrietig en bang tegelijk en hij heeft al de hele morgen door de stad rond gezworven. Zijn papa en mama waren niet zoals andere ouders, nee zijn ouders waren vreemd.