Als je goed naar jezelf kijkt en je dagelijkse denken onderzoekt, dan kom je erachter dat je verschillende stemmetjes in je hoofd hebt.
De ene keer is het super lief, de andere keer kan het boos worden, gaan huilen of gaan schreeuwen.
Al die verschillende emoties liggen allemaal in jezelf verscholen en willen allemaal graag aan het woord zijn. Ik heb er eens een verhaal over geschreven, misschien is het dan wat duidelijker wat ik hiermee bedoel.
De nacht huilt en de regen maakt deze donkere nacht mistroostig.
Een witte duif zit ineengedoken op een tak en kijkt met één oog omlaag naar de grond.
Hij wacht op het moment dat een man zijn kant op komt, maar hij is nog nergens te bekennen.
De witte duif leeft in de geesteswereld van de man.
Hij is zijn wijsheid en liefde, maar de man is verdwaald in de wereld van het hoofd.
Te vaak heeft hij tegenslagen te verwerken gekregen en te vaak dierbare mensen om zich heen verloren.
Wanneer de eerste zonnestralen door het raam heen schijnen wordt de vrouw wakker.
Het was nog vroeg, maar toch stapte de vrouw uit bed, want vandaag was een belangrijke dag.
Dit was de dag waar ze zo lang naar uit had gekeken.
Ze sprong snel onder de douche en trok haar mooiste jurk aan.
Daarna deed ze wat make up op en bekeek zichzelf in de spiegel.
Ze glimlachte. Voor haar leeftijd zag ze er nog steeds stralend uit, vond ze zelf.
Dit was de dag dat haar zuster langs wilde komen.
Als een vrouw wakker word, stapt ze uit haar bed en kijkt door het raam naar buiten. Het beloofd een mooie dag te worden, en ze hoort de vogels hun ochtendlied zingen.
De warmte van de eerste zonnestralen strelen haar gezicht, en ze voelt zich heel even gelukkig. Langzaam word haar denken wakker en de gedachtes komen één voor één door haar hoofd voorbij.
Het zijn geen leuke gedachtes en de vrouw word onrustig.
De angst die aan deze nare gedachtes vastzit heeft haar gelijk in zijn greep.
Er was op een dag dat de wind met de donkere wolken speelde.
Ze waren onafscheidelijk.
Ze waren één, en waar de donkere wolken heen gingen, daar was de wind ook.
Tot op een dag de wind zag dat de zon scheen en zij even stilviel.
“Wij ben jij?” vroeg de wind en keek de zon nieuwsgierig aan.
“Ik ben liefde”, lieve wind.
“Wat is liefde?” vroeg de wind weer.
“Liefde is gewoon liefde, voel maar.”
Als je goed naar jezelf kijkt en je dagelijkse denken onderzoekt, dan kom je erachter dat je verschillende stemmetjes in je hoofd hebt. De ene keer is het super lief, de andere keer kan het boos worden, gaan huilen of gaan schreeuwen.
‘Hé, ik was eerst aan de beurt!’
Een vrouw die samen met haar man achter in de winkel stond, schreeuwde naar voren: ‘Ja, ik zag het wel, jij dringt voor, ik was eerder.’
Een meisje stond voor de toonbank, haar wangen werden rood van schaamte.
In de winkel keek iedereen nu naar haar.
‘Maar…’ stamelde ze, ‘ik stond hier al de hele tijd.
‘Maak dat je wegkomt!’ Schreeuwde een vrouw tegen haar man.
‘Ik wil je nooit meer zien!’ Gilde ze nog eens.
De man greep verslagen naar zijn autosleutels die op een kastje in de hal lagen. Met de rug tegen de muur schoof hij steeds een beetje dichter naar de buitendeur toe.
Toen hij er bijna was vloog de vrouw gillend op hem af. ‘Ga weg!!!’
Hij was boos! Hij was zo boos!
Stampvoetend zette hij zijn voeten op de grond.
Hij wilde de beste zijn. Nee, hij wilde eigenlijk nog beter zijn! Iedereen moest het zien! Zien hoe bijzonder hij was.
Hij was té aardig en deed té lief tegen iedereen die hij aansprak.
Oh ja, hij was altijd in het wit gekleed.
Een meisje keek over de landerijen. Ze had vandaag een rotdag. De moeder van haar beste vriendin deed heel vervelend tegen haar. Ze kon niets goed doen. Wat het meisje ook maar probeerde, ze bleef altijd vriendelijk naar deze vrouw.
Ook vroeg ze de vrouw altijd hoe het met haar ging, want de moeder van haar vriendin was wat ziekelijk.